Het terrein braakt vlammend

duizend schoenen in je schoot

ze murmelt lief aan stuiptrekkende lasso's

wenkt schichtig naar de zon zo bloot

trekt spottend sporen naar de maan

zuigt klotsend zonder smoren lippen leeg en aan

voelt lachend stralend  aaiende billen die kle-ef

knarst kruipend vlinders de siddering heet

stuwt lust naar doorbloedend kook orgaan

zweet likt brullend huid door open raam

gestolde liefde dient mijn vallende bruid

in zoet bedwelmend kruidig haar

trouw aan het zelf zonder omkijken naar

door bloesem tuinen van spattend goud

en doorwoelde monden met stout doordrenkt

van fluisterend stervend bitter zout en bloot

dat oud en omwonden

schoenen braakt in mijn huilend vallende schoot