HEKEL EN DE KERSTLOOSHEID
‘Ik heb echt geen zin in kerst hoor!’ kraakt Hekel sjaggerijnig vanachter
een kop dampende erwtensoep. ‘Nou, nou,’ schraapt een
Amsterdamse aan hetzelfde tafeltje in de stille buurtkroeg in het
centrum. ‘Dat eeuwige gevreet en dat goed houden van sferen,’
schokt het wezentje verder. ‘En dan daar buiten…al die honger…
al die dorst…al die onmetelijke gruwelijke stinkende grove
misdadige oorlogen die onze huiskamers binnen spatten en daar
verder kreperen, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.’ De
afgrijselijke tragische beelden die telkens koud op de vloer voor
onze voeten ligt te spartelen. Moeten we roerloos blijven zitten?
Net doen alsof het ons niet raakt. Onze adem niet in houden.
Kunnen we ze uit onze dromen weren? Zijn onze netvliezen daar
wel tegen bestand? ‘Ho, ho…,’ hou het effe gezellig hier!’ kneist
de Amsterdamse verder. ‘Waar jij nou over zit te zeiken, gebeurt
al eeuwen hoor! Die honger, dorst en oorlog.’ Alleen we zagen of
hoorden het niet voor ons gezicht uiteenspatten. Dat is het grote
verschil. Ze schuift bonkig, met een ietwat zuur gezicht, haar stoel
dichterbij de tafel. ‘Ja, ja,’ slikt Hekel verder. ‘En dan die schijn
heilige geloofsuitdrukkingen.
Ik heb er niks mee!’ De Amsterdamse buigt haar hoofd iets
naar beneden, en vangt met een strenge oogopslag, de blik van
Hekel. ‘Heb jij dan een oplossing hoe we de donkere dagen kunnen
doorbreken?’ scherpt ze verder. Nog voordat Hekel zijn gedachten
enigszins kan ordenen, pakt ze hem iets lomp beet, loopt
naar de oude jukebox en kiest een nummer. Even later zwieren ze
een poosje op Brels melancholische schone klanken en kraakt de
houten vloer bij tijd en wijlen voorzichtig met het zingende ritme
mee. Inmiddels is de buurtkroeg met meerdere schuilende klanten
gevuld en zingt RondBorstige BarVrouw achter haar tap met blijde
rode koontjes luidkeels mee. Als de Amsterdamse en Hekel wat
verhit weer achter een tweede kop dampende erwtensoep zitten,
is Hekel zijn sombere bokkige gedachten kwijt en roept hij olijk:
‘Geef de hele zaak een rondje!’
Het blijft daarna de hele avond behaaglijk warm in de buurtkroeg
van de stad...