DE SCHORRE HOND
DE SCHORRE HOND
Hond blaft in de ruimte.
Ze blaft en blaft en blaft...
Pas als de schorheid in haar keeltje woont stopt ze met blaffen.
Mijn keel heeft rust nodig, peinst ze en stopt pardoes haar snuit in een grote glazen pot met dikke doorzichtige honing.
De schorre blaf kalmeert.
Een andere hond komt langs.
Hij stopt bij het aanzien van de honingpot met een half hoofd van de schorre hond er in.
'Wat is er nu met jou aan de hand?' vraagt de andere hond verbaasd.
De schorre hond trekt haar snuitje behoedzaam uit de glazen pot.
Een dikke straal honing zwiept onder haar kin en drupt met lichte onderbrekingen op de grond.
Schorre hond likt eerst met een grote roze tong zijn honing snoetje schoon voor hij de andere hond beantwoordt.
De andere hond is echter een ietwat ongeduldige hond.
Zonder aarzeling komt hij vlakbij de schorre hond staan en likt gretig de honing van de grond.
Even later sputtert schorre hond :
'Mijn ouders zijn zo krakkemikkig.
Er is overal haaruitval.
De botten broos.
De huid is moe.
De organen op.
De oren doof.
De ogen slecht.
Ik kan het nauwelijks meer aan zien!'
De andere hond begrijpt de schorre hond onmiddellijk.
Zijn ouders ondergingen dezelfde teloorgang.
Hij zucht mee en zegt na een poosje horizon staren:
' Dat is ook een zeer moeilijke laatste fase.
Vooral voor de versleten honden
die steeds hulpelozer en afhankelijker worden.'
De honden zwijgen en turen allebei eindeloos naar de verre horizon.
Er rollen dikke tranen uit de oogjes van de schorre hond.
De andere hond volgt de tranen over haar snuit.
Hij likt er eentje op en gromt knipogend:
' Mmmm...je tranen smaken lekker!'
Na een poosje wandelen ze samen weg richting de inmiddels oranje gloed-erige horizon.
De schorre hond maakt af en toe een klein sprongetje.
De nog steeds druipende honingpot kijkt hen glimlachend na...