DE MOT
Vandaag zwierde ik weer eens parmantig in mijn strakke zwarte wollen rok met franjers naar de buitenwereld toe.
Het is een heerlijke rok en hoop ik lang van dit super lekkere elegante geval te mogen genieten.
Alleen ontdekte ik laatst een piepklein gaatje in de rok.
Het is een prachtig mooi rond gaatje kleiner dan een speldenknop.
Na grondige inspectie constateerde ik dat het gaatje afkomstig moest zijn van een verdwaald hongerig motje .
Het slimme beestje moet de rok op één of andere wijze hebben ontdekt, zich daarna geen moment hebben bedacht en gretig zijn hongerige buikje met hapjes wol hebben verwend.
Of hapt hij er nu in één keer zo'n mooi rond hapgaatje uit?
Het motje moet wel een erg slim diertje zijn, want nimmer betrap ik hem erop dat hij in mijn leefruimte fladdert of ergens schielijk in zijn camouflage kleuren rond kruipt.
Bij uitzondering vind ik wel eens een verbleekt uitgedroogd uitgemergeld karkassen lijkje in een vensterbank liggen als ik toevallig het stof weg blaas.
Verder kom ik het beestje nergens tegen.
Hij zal toch niet in mijn klerenkast wonen of zich gewiekst verschuilen onder mijn uiteengestrekte bed?
Misschien huist hij wel in een verstopte schoen ver achterin de kast.
Een schoen waarvan ik het bestaan niet meer weet.
Gelukkig draag ik s'winters altijd dikke warme zwarte gladde glimmende panties.
Mijn lange benen varen er wel bij en zal het gaatje in mijn rok, mits ze zo klein blijft, nooit opvallen.
Stel je voor!
Het is echt niet de bedoeling dat dit piepkleine motten gaatje openbaar wordt.
De mensen zouden daar allerlei vreemde bedoelingen achter kunnen gaan zoeken en dan nog meer achter mijn rug hun eigen bekrompen interpretaties aan elkaar kunnen doorfluisteren.
Dan zouden mijn rok en het gaatje geheid een eigen leven gaan leiden.
Nou ..., als er iets verwarrends is, is dat het wel!
Via de roddelgolven van her naar der zou mijn garderobe langzaam uit elkaar vallen.
Net als ik zelf ook wel eens doe, maar dan wel achter gesloten deuren.
Trouwens, over gesloten deuren gesproken...
In de kast waar mijn rok ligt of hangt, ligt ook een geimpregneerd anti motten plankje onder een stapel hemdjes.
Blijkbaar is het motje er immuun voor geworden.
Misschien ligt de schuld ervan wel bij de deuren van de kast.
Die laat ik namelijk uit gemak bij tijd en wijlen allemaal open staan.
Want voor wie zou ik de deuren dicht moeten doen?
Voor een motje die ik nimmer zie?
Ook komen hier geen zure opruimtantes de boel inspecteren om mij er op te betrappen of ik nu wel mijn kastdeuren open of juist dicht doe.
Trouwens, al zou ik wel zure tantes hebben, dan vraag ik mij wel af of mensen elkaar uberhaupt op dit soort onbenulligheden kunnen wijzen.
Voor een mot maakt het toch niks uit.
Die doet net of zijn neus bloed bij aantreffing van dichte deuren.
Hij kruipt toch wel ,met een knorrend maagje plus ineen geklapte vleugels en diepe inademing voor nog meer vermagering, gewoon door een verscholen kier van de kast.
Op naar het eten ! , denkt hij dan gniffelend.
Zo slim zijn ze wel!
De mot blijkt kieskeurig want hij houdt blijkbaar alleen maar van wol als maaltijd; In mijn andere kleren van katoen of andersoortige stof is nochthans geen enkel mottengaatje te ontdekken.
Ik kan natuurlijk ook sociaal en slim gaan doen en een oud bolletje wol pontificaal zichtbaar tussen mijn op elkaar gestapelde kleren leggen.
Als er dan per ongeluk nog een keer een verdwaald motje mijn kast binnen vliegt dan weet hij meteen waar hij aan toe is.
Ja...laat ik dat maar doen!