EEKHOORN EN KREKEL LIEPEN OP HET STRAND.

HET WAS EEN GURE DAG.

DE WIND SNEE IN HUN TERE LIJFJES EN LOEIDE ER BEHOORLIJK WAT LAWAAI IN HUN OREN.

TOEN KREKEL BEGON TE KLAPPERTANDEN VOND ZE HET WELLETJES.

ZE SPRONG OMHOOG EN VERSCHANSTE ZICH IN DE WARME VACHT OP HET HOOFD VAN EEKHOORN.

 

 

NA EEN TIJDJE RIEP EEKHOORN:

 

'EN...ZIT JE LEKKER?'

 

KREKEL GLUNDERDE VAN BINNEN.

ZE VOELDE ZICH OPPERBEST.

 

'JA LIEVE EEKHOORN, IK ZIT HIER ALS EEN WARE PRINSES...WARM, HOOG EN DROOG EN UITZICHTEN TOT AAN DE VERRE VERRE HORIZON!'

 

EEKHOORN GRINNIKTE EN STAPTE MOEDIG VERDER.

DE WIND WAS INMIDDELS GAAN LIGGEN.

DE ZON BRAK DOOR, WAARDOOR DE ALSMAAR DEINENDE ZEE VAN ZILVER LEEK.

 

EEKHOORN STOND STIL EN AANSCHOUWDE DIT WONDER.

KREKEL SPRONG OP EN NEER EN LIET EEN VERSCHEIDENHEID AAN OHHHSSS EN AHHHSSS UIT HAAR KEEL ONTSNAPPEN.

HUN HARTEN BONKTEN VAN OPWINDING.

 

NA EEN POOSJE DOEMDE ER ECHTER EEN SILHOUET VAN EEN GRIJS GROMMEND NAARGEESTIG EILAND OP.

BOVEN HET EILAND HINGEN DONKERE WOLKEN.

DE WOLKEN WAREN NIET VAN PLAN OM TE VERTREKKEN.

 

KREKEL VERSTOPTE ZICH VANZELF DIEPER IN DE VACHT VAN EEKHOORN, WEES MET EEN TRILLENDE HAND NAAR HET EILAND, ZETTE ZICH SCHRAP EN STAMELDE:

 

'WAT IS DAT VOOR EEN ENG EILAND?'

 

EEKHOORN STOND STOKSTIJF STIL, SCHRAAPTE HAAR KEEL, VERMANDE ZICH ONHERROEPELIJK, KEEK SCHICHTIG OM ZICH HEEN EN FLUISTERDE:

 

'DAT IS HET HARTVERRADERS EILAND'.

 

DE MOND VAN KREKEL VIEL OPEN EN BONSDE HAAR HART HEVIG IN HAAR KEEL.

ZE MAAKTE ZICH GROTER, GING OP HAAR TENEN STAAN, TUURDE ERNSTIG NAAR HET DONKERE EILAND EN FLUISTERDE GESCHROKKEN:

 

'HET HARTVERRADERSEILAND?'

 

'JA,' VERVOLGDE EEKHOORN OP UITERST SERIEUZE DOCH FLUISTERENDE TOON: ' OP HET EILAND WONEN ALLEMAAL WEZENS DIE HUN HART HEBBEN VERRADEN.

ZE BEREDENEREN ALLES KAPOT .

KLAGEN , ZONDER BLIKKEN OF BLOZEN, JE DE OREN VAN HET HOOFD EN HEBBEN HET HEVIGE WARME ECHO GEROEP IN HUN HART VOLLEDIG UIT HET OOG VERLOREN . MEN BOTST , KERMT EN SCHUURT ZICH DOOR HET LEVEN. ENIGE VORMEN VAN LICHTVOETIGHEID ZIJN BIJ DE HARTVERRADERS VOORGOED VERDWENEN'

 

KREKEL WERPT EEN VERSCHEIDENHEID AAN ERNSTIG GESCHROKKEN GILLETJES UIT HAAR MOND.

OOK EEKHOORN DOET FLINK HAAR BEST OM ZICHZELF VAN DE VELE ZUCHTEN UIT HAAR BUIK TE VERLOSSEN.

 

DAN ROEPT KREKEL:

 

'NU IS HET WELLETJES!

OMDRAAIEN EEKHOORN, JE MAG NU OMDRAAIEN!'

 

DAT LAAT EEKHOORN ZICH GEEN TWEEDE KEER ZEGGEN. EN DRAAIT OM.

 

'ZO GEZEGD ZO GEDAAN', MOMPELT EEKHOORN BLIJMOEDIG.

 

HET HARTVERRADERS EILAND IS SPOEDIG UIT HUN GEZICHTSVELD VERDWENEN.

IN PLAATS DAARVAN SCHIJNT DE MAAN ALS EEN GROTE BLIJDE LAMP AAN DE AVOND HEMEL.

EEN TROEP ZWALUWEN SCHEERT LICHT GIEREND OVER DE DEINENDE ZEE.

 

AAN DE VOET VAN EEN ZWIJGENDE DUIN LEGT EEKHOORN HAAR MOE GEWORDEN LIJFJE NEER.

BINNEN DE KORTSTE KEREN VALT ZE IN EEN DIEPE SLAAP.

 

KREKEL VERSTOPT ZICH GRONDIG IN DE VACHT VAN EEKHOORN EN DOET WELDRA HETZELFDE.

 

ZE DROOMT SPOEDIG VAN HETGENE HAAR HART HET MEESTE BEGEERT.

 

DE MAAN GLIMLACHT EN HOUDT TROUW DE WACHT