ELF SLENTERDE LANGS HET STRAND.

HAAR SCHOUDERS HINGEN OMLAAG EN HADDEN HAAR VLEUGELTJES ZICH UIT DE VLIEGSTAND VERHEVEN.

 

DE LUCHT WAS HELDER EN BLAUW, DE ZEE KABBELEND EN WAAIDE ER EEN KOELE STEVIGE WIND.

 

IN DE VERTE KWAM MUIS AAN HUPPELEN.

ER ONTSNAPTEN AF EN TOE BLIJDE PIEP GELUIDJES UIT ZIJN KEEL.

 

AL SPOEDIG KREEG MUIS ELF IN HET VIZIER.

HIJ KEEK NAAR HAAR CONTOUREN EN ZAG IETS WAT NIET KLOPTE.

 

'WAT IS ER MET ELF AAN DE HAND?', MOMPELDE MUIS.

WAAR ZIJN DE WAPPERENDE VLEUGELS, WAAR IS HET BLIJDE GEZANG?

 

MUIS STOOF SNEL OP ELF AF.

MET EEN HIJGEND BUITEN ADEM TONGETJE STOND MUIS VLAKBIJ ELF.

MUIS PAKTE HAAR HAND STEVIG VAST EN VROEG:

 

' WAT IS ER MET JOU GEBEURD LIEVE ELF?

JE ZIET ER ZO VERMORZELD UIT...WAAR IS JE GLANS? '

 

ELF HOUDT DE HAND VAN MUIS GOED VAST, KNIPPERT EENS STEVIG MET HAAR OGEN,SCHRAAPT EEN FLINKE BROK IN HAAR KEEL WEG EN WIJST LANGZAAM NAAR DE STER DIE BOVEN IN DE HEMEL SCHITTERT .

DAN PROEST ZE:

 

'AL JAREN VLIEGT MIJN HART NAAR DE LIEVE STER.

BIJ GELUK VLIEG IK ER ZELFS NAAR TOE.

DAN BEN IK GELUKKIG EN BONKT MIJN HART VOL LEVEN.

DE STER IS MIJN ALLES.

WE PRATEN, WE LACHEN,WE MAKEN PLANNEN EN DUIKELEN IN EEN ALTIJD VERRUKKELIJK LIEFDESSPEL.

 

...EN DAN....NA EEN PAAR UUR OF EEN PAAR DAGEN, IS MIJN GELUK BLIJKBAAR OP EN WERPT DE STER MIJ WEER LIEFLIJK OP HET STRAND.'

 

ER GLIJDEN DRUPPELS OVER DE WANGEN VAN ELF.

ZE ZUCHT DIEP EN VERVOLGT:

'EN NU...NA AL DIE JAREN OP EN NEER VLIEGEN , BEN IK WAT MOE.

MIJN VLEUGELS HAPEREN SOMS.'

 

MUIS HEEFT HET VERHAAL VAN ELF MET OPEN MOND AANGEHOORD.

ER ONTSTAAT EEN BEHOORLIJKE DENK RIMPEL OP ZIJN VOORHOOFDJE.

DAN GRAAIT HIJ , MET EEN GLIMLACH OP ZIJN SNUITJE , IN ZIJN RUGZAKJE EN REIKT EVEN LATER EEN FLESJE MET EEN ROZE DRANKJE AAN ELF.

 

'HIER KRIJG JE WEER NIEUWE KRACHT VAN!' FLUISTERT MUIS IN HET OOR VAN ELF.

 

EVEN LATER KLOKT ELF ,MET EEN PAAR GROTE SLOKKEN, HET ROZE GOEDJE NAAR BINNEN.

BINNEN DE KORTSTE KEREN FONKELEN DE OGEN VAN ELF WEER ENIGSZINS EN BEGINNEN DE VLEUGELTJES OP HAAR RUG OOK ENIGE LEVENDIGE SPUTTERGELUIDJES TE MAKEN.

 

ELF KIJKT VOL VERLANGEN NAAR BOVEN.

DE STER BLINKT TERUG.

ELF LACHT.

MUIS GLUNDERT.

HET STRAND ZINDERT.

 

MUIS VOUWT ZIJN HANDEN ALS EEN STEVIGE SCHOMMEL IN ELKAAR EN VRAAGT:

 

'ZAL IK JE EEN DUWTJE NAAR DE STER GEVEN?'

 

DAT LAAT ELF ZICH GEEN TWEEDE KEER ZEGGEN.

ZE OMHELST MUIS INNIG, ZET HAAR VOETJES IN ZIJN HANDEN, STAAT RECHTOP EN JOELT:

 

'DUW ME MAAR OMHOOG LIEVE MUIS! MIJN VLEUGELS ZIJN ER KLAAR VOOR!'

 

MUIS DUWT ELF MET ALLE MACHT NAAR BOVEN.

DE VLEUGELS VAN ELF BEWEGEN ALS NOOIT VAN TE VOREN.

 

ZE VLIEGT EN VLIEGT EN VLIEGT HOOG BOVEN DE ZEE, HOOG BOVEN DE WOLKEN, HOOG BOVEN DE AARDE.

 

DE STER LACHT.

 

' IK KOM ER AAN LIEVE STER!'

' IK LAAT JE NOOIT MEER GAAN LIEVE ELF!'

 

NA EEN PAAR UUR ZAT ELF VEILIG EN WEL OP DE STER.

 

STER GLUNDERT.

ELF GLUNDERT.

 

DE WOLKEN LACHEN.

DE ZEE BULDERT.

DE MAAN BLOOST.

 

MUIS SPRINGT OP EN NEER.

HIJ ZWAAIT NAAR DE STER EN DE ELF.

ZE ZWAAIEN TERUG.

ZE ZIJN THUIS...