KIKKER IN MIJN SLIP
HIER EEN ALOUD DIERENFABELTJE GESAUSD IN EEN SURREALISTISCHE VORM MET FREUDIAANSE INSLAG...
' U KRIJGT VAN MIJ DUIZEND ZOENEN IN DE LUCHT!', RIEP DE VROUW NAAR DE KIKKER.
DE KIKKER BLEEF STRAK VOOR ZICH UIT KIJKEN.
EEN ENKELE KEER ONTSNAPTE ER EEN LEKKER ROLLEND ZACHT KIKKERGELUIDJE UIT ZIJN DAN OP EN NEERGAANDE KIKKERMOND.
NA EEN POOSJE PEINZEN PAKTE DE KIKKER ZIJN MOED BIJ ELKAAR EN SCHRAAPTE ZIJN KEELTJE.
HIJ WIST DAT DE VROUW MAAR AL TE GRAAG WENSTE DAT HIJ ZOU VERANDEREN IN EEN BEPAALD MANMENS.
AAN DUIZEND ZOENEN IN DE LUCHT HAD HIJ ECHTER NOG GEEN BOODSCHAP.
'IK WIL GRAAG MEER DAN DAT!' BRULDE DE KIKKER PLOTS.
IN ZIJN STEM KLONK EEN ANDERE TONATIE .
DE VROUW SCHROK .
ZE DEED EEN STAP ACHTERUIT .
IN HAAR BUIK BONSDE DE WOESTE ZEE.
NA EEN POOSJE HERVROUWDE ZE ZICH EN KNIELDE, NOG WEL OP AFSTAND, BIJ DE GLIMMENDE KIKKER NEER.
'WAT WIL JE DAN?', STAMELDE DE VROUW SCHOR.
EIGENLIJK DURFDE DE KIKKER HET NIET TE ZEGGEN, MAAR ALS HIJ ZIJN MOND HIELD EN ZWEEG, ZOU HET VAST NOOIT GEBEUREN.
DAN ZOU ZIJN DIEPSTE WENS VERDORREN EN VERZANDEN IN HET LEGE NIMMER-BESTAAN-HEBBENDE- NIETS.
EN WEER VERZAMELDE HIJ AL ZIJN MOED BIJ ELKAAR.
TOEN BARSTTE ZIJN VERLEGEN WOORDEN LOS.
' IK WIL EEN TIJDJE IN JE SLIP WONEN!' BRULDE DE KIKKER IN EEN VREEMDSOORTIGE WOORDENSTROOMSTOOT NAAR VOREN.
NA DE BRUL BOOG DE KIKKER ONMIDDELIJK ZIJN KOPJE NAAR BENEDEN EN HAD NU EEN TWIJFELACHTIGE SPIJT DAT HIJ ZICH ZO ERG IN DE VERTE VERSTEN VAN ZIJN ZIEL HAD LATEN GAAN.
DE VROUW KNIPPERDE MET HAAR OGEN.
HAAR MOND VIEL OPEN.
EEN BLIJDE ZEE GOLFDE HEVIG IN HAAR BUIK.
NA LUTTELE SECONDEN BEGON ZE HEEL HARD TE LACHEN.
ZE LACHTE ZO HARD DAT ZE ACHTEROVER KIEPERDE, MET HAAR BENEN IN DE LUCHT SPARTELDE EN OP HET VOCHTIGE GRASVELD BELANDDE.
DE KIKKER BEDACHT ZICH BIJ DIT VERRUKKELIJKE AANGEZICHT GEEN TWEEDE KEER.
ALS DE WIEDEWEER HUPTE HIJ OP HAAR BUIK EN KROOP, ALSOF HET DE GEWOONSTE ZAAK VAN DE WERELD WAS, TUSSEN HAAR BENEN.
DE VROUW BLEEF DOORLACHEN TOEN ZE BEMERKTE DAT DE KIKKER DAADWERKELIJK ZIJN WOORDEN GESTALTEN GAF.
DE KIKKER ZOCHT OP ZIJN GEMAK EEN PRETTIG PLEKJE EN BLEEF DAAR ROERLOOS ZITTEN.
HIJ DEED NET ALSOF HIJ NIET BESTOND.
EN ZO WOONDE DE KIKKER EEN TIJDJE ACHTER DE SLIP VAN DE VROUW.
HET LEEK OP DEN DUUR ALSOF ER ALTIJD AL EEN KIKKER TUSSEN HAAR BENEN HAD GEWOOND.
EN JAWEL HOOR!
BELOOFD WAS BELOOFD!
OP EEN HELDERE ZORGELOZE ZOMERSE DAG, ERGENS VROEG IN DE OCHTEND, OPENDE DE SLAPENDE VROUW HAAR OGEN.
ONGEMERKT HAD ZE HET FRISSE BOVENLAKEN VAN HET BED AFGETRAPPELD EN VOELDE ZE DAT ER IETS STOND TE GEBEUREN.
VOL VERTROUWEN SLOOT ZE HAAR OGEN EN HIELD DE ADEM IN.
ER VOLGDEN EEN PAAR ENORME BRULLEN UIT DE KEEL VAN DE KIKKER.
DE VROUW TROK ZICH ER NIETS VAN AAN.
MET EEN ENORME KRACHT BARSTTE DE KIKKER GERUISLOOS IN DUIZEND STUKJES EN LAG ER WELDRA EEN MANMENS VOOR IN DE PLAATS.
EN WAT VOOR EEN!
DE VROUW LACHTE NAAR HET MANMENS DAT BOVEN OP HAAR LAG.
HIJ LACHTE TERUG...
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.