HEKEL EN AFSCHEID VAN HET JONG ZIJN.

 

De stad ligt gevangen in een grijze stormachtige herfstdag . Het is een dag die je het liefst overslaat. Een dag die nooit heeft mogen bestaan.

In de buurtkroeg is het nagenoeg leeg. Achter de bar poetst RondBorstigeBarvrouw neuriënd de glazen . Een man in een grauwe beige regenjas zit aan de houten leestafel bij het grote raam. Hij roert in zijn lauwe koffie en leunt zwijgend over een krant .

Aan de kop van de bar zitten twee verlopen vrouwen wier jeugd veel te vroeg aan de wilgen is gehangen. Hun blikken zijn hol en komen er rauwe klanken uit hun doorrookte kelen. Er staat een fles rum binnen handbereik en slurpen ze hoorbaar uit hun inmiddels vet geworden glaasjes. Dan stoot de ene vrouw de andere aan en wijst , knikkend met haar hoofd, richting het raam. 'Kijk nou wie er aankomt,' moppert de ene. De andere draait haar hoofd trillend om,loert naar buiten, ginnegapt even en concentreert zich daarna weer op haar glaasje

Aan de overkant van de gracht loopt MooieVrouw. Ze verstopt zich in een dikke zwarte namaak bontkraag en duwt zichzelf moedig door de storm , richting de buurtkroeg .

Hekel, haar (25 cm hoge) fantasie vriendje, zit op haar schouder. Met een hand houdt ze stevig zijn voetjes vast. Haar vriendje mag niet weg waaien!

Hekel houdt wel van de storm die de stad in zijn greep heeft en wijst af en toe kirrend naar de grote ontsnapte bladeren die over de straten huppelen of knetterend als vastgelopen vliegers vast zitten in de takken van de bijna kale bomen. MooieVrouw geniet mee; Ze voelt de tinteling langs haar huid glijden en luistert vol genoegen naar het overheersende geruis en geroffel van de loeiende wind die zich losbandig langs de daken en de steegjes wringt.

De stroeve deur van de buurtkroeg klemt. MooieVrouw duwt er met een schouder flink tegen aan . De deur zwiept open en valt ze gierend naar binnen. Hekel springt lachend van haar schouder en dribbelt naar de houtkachel die midden in de kroeg licht brullend staat te ronken. 'Hier is het lekker warm!' , roept het wezentje. Hij springt heen en weer en rent om de kachel. MooieVrouw bezet even later een tafeltje vlakbij de warmtebron. Hekel springt op haar schoot en vlijt zich tegen haar aan.

RondBorstigeBarVrouw komt weldra met een groot glas Irisch koffie aanzetten. 'Dit zal je goed doen liefje,' zegt ze en zet het volle glas met de uitpuilende slagroom op het tafeltje. MooieVrouw geeft een dikke luchtkus weg en zegt zwoel: 'Zonder jou ben ik nergens.'

De twee vrouwen kijken elkaar aan en glimlachen hevig.

De man met de vale regenjas kijkt schuchter richting MooieVrouw, ziet het wezentje op haar schoot zitten, schudt zijn hoofd bijna onzichtbaar een paar keer op en neer en loert weer vlug in zijn krant.

Als MooieVrouw verlekkerd een paar slobberige slokken van de romige warme alcoholische drank heeft genomen kijkt ze droevig naar het wezentje op haar schoot en fluistert : 'Hekel....Hoor....Hoor eens lieve Hekel... Luister...Hoor eens....' Het wezentje kijkt vriendelijk omhoog, ziet de ernst op haar klassieke gezicht, bevrijdt zich uit zijn gemakkelijke positie, springt op , klautert op tafel, gaat over de rand van de tafel met bungelende voetjes voor MooieVrouw zitten en vraagt: 'Wat is er MooieVrouw.... Wat is er?'

MooieVrouw kijkt vanuit schuine ooghoeken naar het wezentje, bijt op haar lippen en sputtert: 'Dit jaar ben ik, iets ,wat ik altijd bezat , voorgoed verloren.'

Het wezentje glimlacht, gaat zich verzitten, fronst zijn wenkbrauwen en vraagt nieuwsgierig: 'Wat ben je dan verloren, lieve kind ?'

MooieVrouw , buigt zich naar voren en fluistert ernstig: 'Ik ben mijn 'jong zijn' verloren. Mijn jeugd is voorgoed uit mijn lichaam en aangezicht ontsnapt.' Hekel denkt diep na en vraagt even later: ' Hoe ziet het er dan uit, dat 'niet meer jong zijn?'

De uitdrukking op het gelaat van MooieVrouw wordt nu zeer ernstig. Ze gaat rechtop zitten, strekt haar rug strak en vervolgt: 'Mijn huid krijgt een andere structuur. Het jonge stevige taaie, wat ik al meer dan 45 jaar bij me droeg, er aan gewend was,laat me nu in de steek!Ze verschrompelt onder me vandaan!Wat ik ook doe! Het gebeurt gewoon en ik kan er niks tegen doen!' Ze wijst met een wanhopige blik naar haar gezicht. 'En zie je dit? Al deze streepjes en mini vouwtjes en kreukeltjes? Mijn gezicht heeft nu voorgoed het jong zijn verloren! Mijn jeugdige blik is totaal verdwenen!'

MooieVrouw staat op, draait zich om en wijst naar haar billen. 'Én.... zie je dit? Waar zijn toch mijn prachtige billen gebleven?'

Hekel kan het niet meer houden . Hij moet de aangeleerde wanhoop tot de orde roepen! Hij springt op, stampt met zijn voetjes en roept:

'Wat kun jij overdrijven zeg!Je ziet er prachtig uit en zul je dat altijd blijven doen! Je zult een mooie vol rijpe vrouw worden! En later...veel later, een mooie oude vrouw met het leven op je gezicht!'

MooieVrouw knippert wat aangeslagen met haar ogen, bijt weer op haar lippen , ploft zuchtend op de stoel en neemt een paar flinke slokken van haar warme drankje. Op haar bovenlip kleeft slagroom. Ze likt in een beweging met haar tong de zoete vloeistof weg, kijkt verbouwereerd naar Hekel en zegt:

'Je bedoelt zo'n energieke 'oudere jongere' vrouw die altijd jong van hart blijft?' 'Ja, die bedoel ik!' roept haar vriendje haar toe. 'Én...je bent niet alleen...we zitten allemaal in dat -van- jong- naar- ouder- naar- oud-worden- proces gevangen!'

MooieVrouw zucht en zegt: 'Alleen als je jong bent besef je het niet. Je denkt dat je altijd jong zult blijven!' MooieVrouw glimlacht breedvoerig en voelt iets warms van binnen gloeien. Ze pakt haar glas , houdt het met twee handen vast en tuurt dromerig door het grote raam naar buiten.

De donkere grijze wolken hangen dreigend boven de stad en lijken ieder moment los te kunnen barsten om zich van de regen verlossen. De deur wordt met een klap dicht gesmeten. Rondborstige Barvrouw kijkt boos naar de deur. De twee verlopen vrouwen zwalken slingerend arm in arm over de straat.

De regen barst los.

De straten glimmen weldra.

De stad is grijzer dan grijs.

De dag had nimmer mogen beginnen.

Hekel heeft zich weer in de schoot van MooieVrouw genesteld , vouwt zich in een krul en valt weldra in een diepe slaap. MooieVrouw is even intens gelukkig en stralend jong.