• DRAAK EN DE SCHOONHEID VAN OLIFANT

    11 november 2010

    "Draak en Olifant"

    Share |
     

    Draak was niet zo maar een draak!
    Nee, Draak was roze van kleur en als zij spoog dan spoog ze witte vlinders in plaats van vuur.
    Dat ze uiterst lief en verdraagzaam was, was een andere eigenschap van het roze dier.
     
    Draak was dus een zeer bijzondere draak .
     
    Olifant bezat eveneens zulk soort eigenschappen, alleen was zij niet roze.
    Wel had Olifant een rode- haren- pluizebol op haar hoofd die bij elkaar gebonden was met een glimmende gouden strik.
    Ondanks deze bijzondere eigenschappen waste Olifant veel.
    Niet alleen zichzelf, ook haar kleren en beddegoed.
    Iedere dag ging ze de nimmer- eindigende- strijd aan.
    Ze sjokte dan vol nieuwe levensmoed met een bundel kleren en een welriekend stukje zeep naar de kronkelende altijd fluisterende rivierbedding en deed ze wat ze moest doen:
     
    Wassen.
     
    Op een dag had Draak ook zin in de rivier.
    Ze wilde er in plonzen en met de vissen spelen.
     
    Bij de rivier aangekomen zag Draak hoe Olifant aan de oever van de rivier op nogal heftige wijze haar was bezigheden aan het uitvoeren was.
    Haar voorpoten gingen boenend en stampend op en neer en was er door al het zepige-spetter-rumoer veel welriekend wit schuim tussen de kleren en het water ontstaan. Een enkele keer ontsnapte zo'n wit onschuldig schuimbergje en liet zich gewillig meevoeren met de stroom van de op en neer gaande rivier deining.
     
    ' Wat ben je aan het doen?' fronste Draak.
     
    ' O..., ik ben aan het wassen Draak,' mompelde Olifant hoorbaar doch ietwat ongeduldig terug.
    Ze keek vriendelijk op van haar bezigheden en vervolgde:
     
    ‘Iedere dag is het weer zo ver.
    Ik probeer de immense berg vuil voor te zijn!'
     
    Draak schudde zachtjes haar hoofd en peinsde daarna diep.
    Toen ze weer uit de gangen van haar gedachten krochten kwam, vroeg ze bezorgd:
     
    ' Waar komt al het vuil nou toch vandaan Olifant?'
     
    Olifant stopte onmiddelijk met wassen, stond kreunend op, recht haar rug en wijst met haar voorpoten langzaam kriskrassend over het land, wijst vervolgens naar de akkers, de bossen en de donkere contouren van de rokende stad verderop.
     
    Met grote ogen volgde Draak Olifants wijzende handen.
     
    Draak wist niet dat het ergste nog moest komen.
     
    Als Olifant is uitgewezen ontsnapt er een diepe lange welgemeende zucht uit haar keel.
    Ze kijkt ernstig naar haar voorpoten, naar haar buik en benen en vervolgt:
     
    'Maar het ergste vuil komt van ons zelf.'
     
    Roze Draak schrikt en doet een stapje achteruit.
     
    ' Van ons zelf?' piept Draak.
     
    ' Ja...van ons zelf.....'
     
    'Overal zitten gaatjes of gaten in ons waar erg veel vuil afstoot uit komt....en....last but not least, het ene gaatje is erger dan het andere gaatje.'
     
    Draak kijkt bezorgd naar het lijf van Olifant, knippert met haar ogen, kijkt weer met enig licht afgrijzen naar haar eigen lijf, bedenkt zich dan geen moment, neemt een flinke aanloop en springt met een hoge sprong joelend in de rivier .
    Onderweg ontsnappen er tientallen witte vlinders uit haar mond.
    De meesten vliegen hoog in de lucht.
     
    Enkele zitten weldra op de oren van olifant.
    Olifant zwaait in slow motion een paar keer met haar hoofd.
    Haar bijelkaar gebonden- rode- haar- pluis met gouden strik schudt vrolijk mee.
     
    Als Draak in het midden van de rivier is aangekomen, draait ze zich om, kijkt naar de glinsterende oever rand en aanschouwt woordeloos de onmetelijke schoonheid van olifant .
     
    Er kietelen een paar vissen aan haar tenen.
    Ze merkt het niet.
     
    Aan de oever rommelt het eveneens.
    Na een paar flinke was en boen momenten wordt het Olifant te veel.
    Ze schudt de vlinders van haar oren, werpt de kleding en het stukje zeep in een paar struiken dichtbij de oever en gooit zichzelf met veel golfslag in de vrolijke rivier.
     
    Weldra grijnst de dag hen stralend tegemoet en is van plan om niet meer te verdwijnen.
     

    Lees meer >> | 931 keer bekeken

  • EEKHOORN,ZEEPAARDJE EN DE HORIZONNENVANGSTER

    31 oktober 2010

    Voordat eekhoorn in een diepe dagslaap valt, had ze nog op haar laatste krachten een berg dekbedden uit de voorraadkast getrokken en deze zuchtend op het bed geworpen.
     
    Er bibbert kou in de botten van eekhoorn.
    Het bibbert zo erg dat ze vandaag niet uit bed durft.
     
    In de loop van de middag klopt zeepaardje op de deur van de inmiddels afgepeigerde eekhoorn.
    Na een wel erg lange ongerust klinkende stilte zoekt zeepaardje naarstig naar een kier in de deur.
    Zorgvuldig zet ze haar snuitje voor de zeer nauwe opening en roept:
     
    ' Ik ben het eekhoorn!
    Doe je de deur open?'
     
    Zeepaardje legt vervolgens haar oor op de kier en hoort plots een verweg gekraak aan woorden.
     
    ' De sleutel ligt onder de omgevallen stronk,'  schort eekhoorn moeizaam.
     
    Na wat onderzoeks-gescharrel knarst weldra de deur open.
    Zeepaardje fladdert geruisloos naar het bed van het zieke diertje.
     
    Eekhoorn knippert een paar keer met haar ogen, schraapt haar keel flink en stamelt:
     
    ' Mijn botten zijn zo koud.
    Ik blijf vandaag onder de wol.'
     
    Zeepaardje knikt, werpt enkele observerende blikken in de rondte en zegt:
     
    ' Ik zal iets warms voor je maken.'
     
     
    Een paar dagen later is er een stuk minder kou in de botten van eekhoorn te bespeuren.
    Als voorzorgsmaatregel heeft ze een dikke lange jas aangetrokken en zwiept als vanouds op een van de hoogste takken in de boom.
     
    'Wat ben je aan het doen?' , roept zeepaardje naar boven.
     
    Eekhoorn houdt op met zwiepen, zwaait naar beneden en roept:
     
    'Kom maar naar boven, dan laat ik het je zien!'
     
    Zo gezegd, zo gedaan.

     
    Zeepaardje fladdert behendig doch voorzichtig tussen alle takken en boomuitstulpsels naar boven.
    Als ze vlak naast elkaar op een dikke stam zitten en hun blikken op de wijde horizon werpen wijst eekhoorn naar de beide uiteinden van het vergezicht en daarna naar de zwieptak boven hen.
     
    'Als ik nu hard heen en weer zwiep, dan vang ik de meeste horizon', roept eekhoorn overtuigend.
     
    Zeepaardje kijkt naar de horizon en naar de zwieptak, fronst haar wenkbrauwen en schraapt naarstig haar keel om weldra een discussie te beginnen.
    Ze kijkt naar de gelukkige eekhoorn, kijkt nog een keer naar de horizon en besluit te zwijgen.
     
    In plaats daarvan lacht zij breeduit en fluistert met een warme stem:
     
    ' Dus jij bent een horizon-nen-vang-ster lieve eekhoorn!
    Je vangt de breedste horizonnen van ons allemaal! '
     
    Eekhoorn glundert rode koontjes.
    Zij had altijd al de beste horizonnenvangster willen worden en het was haar nog gelukt ook.
     
    Aan het eind van de dag begint de horizon ernstig te gloeien.
    Ze werpt duizenden kleuren oranje en rood de lucht in.
     
    Eekhoorn zwiept bij dit aangezicht joelend heen en weer.
    Zeepaardje krijgt het warm van binnen.
    Al het leven om haar heen laat haar binnenste gloeien en is de kou in de botten van eekhoorn nagenoeg in geen velden of wegen meer te bekennen...

     

    Lees meer >> | 854 keer bekeken

  • MONDOEFENINGEN

    14 juli 2010

    ZIE:

    www.vkblog.nl/bericht/324813

     

    Lees meer >> | 1170 keer bekeken

  • DETAIL DRIJFVROUW

    4 juli 2010

    Lees meer >> | 891 keer bekeken

  • Isis Nedloni : 'ODE AAN DE LIEFDE' KLAAR!

    7 mei 2010

    Lees meer >> | 920 keer bekeken

  • DE SCHORRE HOND

    23 april 2010

    DE SCHORRE HOND

     

     

    Hond blaft in de ruimte.

     

    Ze blaft en blaft en blaft...

     

    Pas als de schorheid in haar keeltje woont stopt ze met blaffen.

     

    Mijn keel heeft rust nodig, peinst ze en stopt pardoes haar snuit in een grote glazen pot met dikke doorzichtige honing.

     

    De schorre blaf kalmeert.

     

    Een andere hond komt langs.

    Hij stopt bij het aanzien van de honingpot met een half hoofd van de schorre hond er in.

     

    'Wat is er nu met jou aan de hand?' vraagt de andere hond verbaasd.

    De schorre hond trekt haar snuitje behoedzaam uit de glazen pot.

    Een dikke straal honing zwiept onder haar kin en drupt met lichte onderbrekingen op de grond.

    Schorre hond likt eerst met een grote roze tong zijn honing snoetje schoon voor hij de andere hond beantwoordt.

     

    De andere hond is echter een ietwat ongeduldige hond.

    Zonder aarzeling komt hij vlakbij de schorre hond staan en likt gretig de honing van de grond.

     

    Even later sputtert schorre hond :

     

    'Mijn ouders zijn zo krakkemikkig.

    Er is overal haaruitval.

    De botten broos.

    De huid is moe.

    De organen op.

    De oren doof.

    De ogen slecht.

    Ik kan het nauwelijks meer aan zien!'

     

    De andere hond begrijpt de schorre hond onmiddellijk.

    Zijn ouders ondergingen dezelfde teloorgang.

    Hij zucht mee en zegt na een poosje horizon staren:

     

    ' Dat is ook een zeer moeilijke laatste fase.

    Vooral voor de versleten honden

    die steeds hulpelozer en afhankelijker worden.'

     

    De honden zwijgen en turen allebei eindeloos naar de verre horizon.

    Er rollen dikke tranen uit de oogjes van de schorre hond.

    De andere hond volgt de tranen over haar snuit.

    Hij likt er eentje op en gromt knipogend:

     

    ' Mmmm...je tranen smaken lekker!'

     

    Na een poosje wandelen ze samen weg richting de inmiddels oranje gloed-erige horizon.

     

    De schorre hond maakt af en toe een klein sprongetje.

     

    De nog steeds druipende honingpot kijkt hen glimlachend na...

     

    Lees meer >> | 1069 keer bekeken

  • AKS....HOME GROWN....

    31 maart 2010

     

    AKS:

     

    Ik ben geen mens en ook geen dier.

    Ik dwaal er tussen in.

    Verder is alles hetzelfde of misschien ook  juist weer niet.

    In ieder geval heet ik AKS.

     

    Aks woont in een bouwvallig kasteel.

    Waarom ik er woon weet ik niet.

    Doet het er toe?

     

    In het kasteel scharrel ik rond.

    Zo zwerf ik vaak door de veelal tochtige gangen, de bijna lege hoge  parmantige kamers en soms, in een moedige bui, door de glibberige beschimmelde onderaardse gewelven.

     

    Vaak  ga ik , op de grote open hoog ommuurde binnenplaats, plat op mijn rug liggen.

     

    Dan staar ik  naar de hemel en droom dan dat ik kan vliegen.

    Want ik ben dan wel geen mens of dier, vleugels heb ik wel.

    Ondanks dat weet ik nog steeds niet hoe ik moet vliegen.

    Vaak heb ik pogingen gewaagd, maar telkens stort ik, na de eerste vliegslagen, weer hard naar beneden.

     

    Daarom droom ik er waarschijnlijk van.

    Op een dag hoeft het niet meer.

    Op een dag lukt het me en vlieg ik naar de hemel.

     

    Doch voorlopig zit ik vast aan de grond.

    Soms ook genageld.

    U kent het wel.

     

    Op zulke momenten kan ik geen stap verzetten.

    Roerloos blijf ik dan staan.

     

    Na een tijdje gaat mijn snavel open en vallen er allerlei droevige kreten uit mijn keel.

    Aan het eind van de rit is het een schreeuw.

     

    Een lange pijnlijke schreeuw vol kreten.

    Dan hef ik mijn hoofd op , wijs  naar de hemel en stuur de schreeuw op haar af.

     

     

    Maar de hemel ligt te ver.

    Ze hoort me niet...

     

     

    Lees meer >> | 980 keer bekeken

  • PRIKKELDRAAD POEZIE

    31 maart 2010

    VERDWAALD PRIKKELDRAAD

    WIJST ME GLIMLACHEND

    DE VERTROUWDE WEG

    Lees meer >> | 970 keer bekeken

  • NOG EEN STUKJE LIJST VAN 'ODE AAN DE LIEFDE'

    24 maart 2010

    Lees meer >> | 881 keer bekeken

  • MIJN DUMMIES

    20 maart 2010

    Lees meer >> | 906 keer bekeken

  • Meer blogs >>