Blog
Op de hoogte blijven van mijn blogs? Abonneer je op mijn nieuwsbrief.-
DE BOLLEBOFFEN EN HUN BOLLENWANGEN HAPSNOET VROUWTJES
16 april 2008Gelukkig is de intentie om weer een vriendschappelijke relatie met de eerder op mijn raam bonzende buren in een ietwat prettiger vaarwater gekomen en gaan we, hoop ik, als we allemaal weer wat bijgekomen zijn van de doorknetterende emoties, met zn allen ener uitvoerige Bourgondische maaltijd nuttigen en de schrik die is ontstaan voorgoed uit ons gestel verdrijven. Althans, dat is de hoop van de gedachten die verder de tijd door kabbelt.
En warempel, als na dagen onrust, ik eindelijk uit mijn op apengapen liggende positie ben geklommen, beginnen andere dorpelingen aan me te rommelen en op potten en pannen te slaan.
Het zijn de zwart wit denkers.
Van verderop.
Die ontmoet je overal, de gevangen zwart wit bespikkelden die zonder grijze velden leven. Het is of het een of het ander. Een middenweg bestaat niet. En dat, terwijl dit bulderende leven, wat je als sterveling overkomt, zoveel nuances kent. De gespikkelde bolleboffen met hun bollewangenhapsnoet vrouwtjes weigeren naar de vele onmetelijke aantallen kleuren of gradaties van het leven te luisteren en schieten nu met behoorlijk knallende hagel in mijn tuin. Dat vind ik niet erg, hoor. Alleen schrikken de vogels er zo van.
Eerst kwamen de snoeshaantjes via mijn openstaande achterdeuren binnen.
Tegenwoordig zwijgen ze me dood of behandelen me alsof ik lepra heb. Als ik sporadisch in mijn vroegere stamkroeg kom om van een paar wijntjes te nippen, vluchten sommigen als wezels met hun staart tussen de benen de deur uit, nog voor ik me pontificaal bij de haard genesteld heb. Een gedagje gaat er niet meer af, zelfs geen knikje.
De zwart wittelingen begrijpen ook niet dat het juist bevrijdend werkt om even een heel klein stukje van de vuile was buiten te hangen, lekker uit te laten waaien, goed door te laten wapperen en zo de ‘ikke, ikke en de rest kan stikken structuur' op frisse wijze kan doorbreken.
Deze, zich steeds vaker herhalende macabere ervaringen met de bolle bespikkelde medemens, hebben mij doen besluiten om een muur om mijn landgoed te bouwen. Ik was toch al van plan om me volledig terug te trekken en me in mijn werk te verliezen. Dit soort afleidings manoeuvres doen de scheppingsdrang immers geen goed. Ze verbrokkelt waar je bij staat.
Enfin, die muur die komt.
En dan niet zomaar een muur, maar een hele stevige dikke en vooral hoge, die met geen buskruit is weg te blazen. Te zijner tijd hak ik nog wel, een nisje, mijn laatste rust plaatsje in t' zelfde muurtje en laat haar overgroeien met de meest mooiste bloeiende klim struiken ooit. Zodra de stenen gestapeld, het cement droog is en afgeborsteld, metsel ik nog van die nare vlijmscherpe punten van het één of ander aan de bovenkant. Als je iets doet moet je het ook goed doen. Vooral op dit vlak. Ik ga natuurlijk geen enkel risico lopen om overvallen te worden door het één of ander wat over mijn muur naar binnen kruipt. Dat heb ik immers al een keer of wat meegemaakt. Toen kwam er een enge kwaadaardige insluiper met een kriebelige zwarte bivakmuts en een stinkend krakend leren jack op mij liggen die een koevoet naast mijn hoofd legde alsof het een bos bloemen was.
Alleen de geur, de kleur en haar hemelzoete verschijningsvorm en nog eindeloos veel meer ontbrak.
Een tweede keer wordt natuurlijk een gevecht van jewelste. Daar ontkom ik niet aan. Nog voor ik de kans zie om mijn draakjes op de slechte monsters los te laten, heb ik me natuurlijk allang in een stoffige uit elkaar spattende donkere stinkende wervelwind van geweld moeten storten en overleef ik dat soort enge scherpe onwelriekende ruimtes en bijbehorende gevaren echt niet. Mijn tegenstander zal namelijk altijd sterker zijn dan ik, daar mijn existentie geweld en agressie uit den boze vindt en zeer verwerpt.
Ja, ik weet het, ik braak wel eens tijdelijke woorden van vuur, maar daar houdt het dan ook mee op en is in zijn levensdagen onvergelijkbaar.
Des ondanks zal ik me dit keer in zo'n overval situatie echter tot de dood toe verdedigen. Er zit namelijk zoveel woede onder mijn tere schone schedeldak verstopt die als een oncontroleerbare lekke band met veel herrie en achterdruk zal leeg sissen. Er is dan geen houden meer aan.
Het tragische is dat mijn deelname aan deze uiterst domme activiteit hoogstens uit krabben, schreeuwen of een trapje uitdelen zal bestaan om mijn belagers uit te schakelen. Terstond scheuren mijn enkelbanden of kraken mijn knieën, want denk maar niet dat mijn lichaam is getraind om überhaupt verdedigings stoten of duw partijen uit te delen. Integendeel! Mijn lijf heeft dan wel de lengte van een meter drie en tachtig en soepel nogal atletisch van bouw, teer is ze wel. Zonder geweld, spanning of conflicten kan ik al in duizend stukken breken en met een blik worden opgeveegd en dan alleen met een goede lijmsoort weer aan elkaar kan worden geplakt. Dan heb ik het nog niet eens over mijn ziel. Dat is nog erger, deze grote ruime overgevoelige vibrerende roze en rode en soms zeer donkere bewegende massa met een zeer laag decibellen structuur. Er woelt een constante warm aanvoelende storm daarboven die ik steeds beter leer begrijpen.
Enfin, dat doet allemaal niet ter zake. Een prettiger kant van deze situatie is dat als ik daadwerkelijk een ander wezen in nood zie verkeren er een woeste heldin in mij los woelt. Op dat gebied ben ik net een primair reagerend dier. Op andere gebieden ook, maar daar gaat het nu niet om. Altijd al geweest en helemaal na dat leven wat ik achter mijn kiezen heb zitten. Als iemand verdrinkt spring ik terstond in het water, schakel mijn gedachten uit en probeer te redden wat er te redden valt. De goegemeente staat dan met open monden roerloos aan de kant en een enkele keer duwt iemand zijn tenen in het water om de temperatuur te meten. Tegen de tijd dat men zich bedenkt of men nu wel of niet zijn kapsel bederft, heb ik de drenkeling allang op het droge gelegd en is mijn geweten weer gesust. Bij geluk krijgen we ook nog handdoeken aangeboden, worden bij hete kachels neergezet, volgepompt met warme chocolademelk en veel rum er in. Vooral veel rum.
Hoe kun je in hemelsnaam iemand zien verdrinken?
Ik begrijp er helemaal niks van.Lees meer >> | 1272 keer bekeken
-
BASALE SYMBOLIEK OVER DE LIEFDE
11 april 2008Lees meer >> | 1106 keer bekeken
-
MIJN POLITIEKE SPOT BRAAKSEL (klik op title
7 april 2008
Met intens rode en pijnlijke oortjes heb ik het indoctrinerende geblaf aangehoord van de ver-amerikaanste Rita Verdonk, die als een woest trappelende, snuivende gewonde stier beweert dat de Nederlandse cultuur ernstig wordt bedreigd door anders denkenden.
Haar domme inhoudsloze ophitsende geschreeuw houdt ze als een rode wapperende lap voor de eveneens domme angstige kiezers of vluchtige aanhang, die blijkbaar ook niet meer weten waar de cultuur nou eigenlijk wel of niet uithangt.
Automatisch kijk ik met een irritant aangelopen rood hoofd opgewonden om me heen.
Ik kijk en ik kijk en ik kijk en ik speur nog eens goed .Lees meer >> | 1275 keer bekeken
-
LONKENDE ROEP VAN PLUIZIGE ROZEN PROZA(Klik op titel)
6 april 2008Als mijn teer verdwaalde ziel
zich als zingende zwervers gedaante ontpopt heeft
zijn de wellustige krakende
rozen van je uitbundige blinkende zielengift
niet herkent door het vage
geroep van je vochtige volle lippen
die telkens de nacht los braakt in al haar
stormen en verder loopt als een koordanser
die statig wankelend leunt op uitgebalanceerde
sporen van het ochtend geroep.
In de rode dauw van je knisperend mooie ogen
die me met zijn schittering lieflijk verblinden
en smekend
mijn bonkende hart naar je toe trekt,
ontstaan kolkende zeeën van woestijnen vol
lonkende
blozende pluizige rozen waarin ik vol overgave in verdrink..
Lees meer >> | 1066 keer bekeken
-
VOLG MIJN CREATIEVE PROCES VIA DUMMY
5 april 2008Hier, mijn vervolg op het werk van gisteren...en gisteren weer het vervolg van eer eer gisteren....
Lees meer >> | 1072 keer bekeken
-
LAATSTE WERK UIT DUMMY
3 april 2008De vinger en de pijlen intrigeren mij en ga deze verder uitwerken.....
Lees meer >> | 1076 keer bekeken
-
PROZA: HART LONKT NAAR HETE LIEFDE ......(klik op titel)
31 maart 2008Hart lonkt naar hete liefde
Ze spettert knetterend
in de smeltende omwenteling van verlangen.
Speurt snuivend naar de geuren van je ziel,
de klanken van je huid,
door dikke plakken te zoenen
in mijn warm doorwoelde
gemarineerde perzikenvlees
en vers welriekende buit.
Hart verlangt naar zwoele aanrakingen
en aaien die slurpen aan de geuren
van satijn en lagen rozen bedden bladen
die weggeblazen tochten en kirren van plezier.
Mmmmm.....en dan te eten van zoete rode dikke lippen
die samen met gulzige blikken blijven likken,
je zoute huid schrapen of extra boenen
en denken aan je welriekende
altijd lonkende nek die ik zuig ga zoenen.
Hart lokt kwijlend naar vrijheid
en tongen die als ratelslangen de jouwe durven raken,
daarbij glanzend verdrinken
in de omhoog stortende Hart-s-tocht-en
van een hete bulderende kier.
Hart sluipt, het kruipt, het perst,
het wringt en hunkert zich naar buiten.
Het spettert, golft, kolkt, buldert, plenst, krult ,
knettert, stormt woest en vind zuchtend slakend
haar weg in de hitte van jouw eeuwige vuur.Lees meer >> | 939 keer bekeken
-
HEKEL EN DE HYPERVENTILATIE
29 maart 2008HEKEL EN DE HYPERVENTILATIE
(Klick op de titel en je ziet het verhaaltje in de juiste compacte vorm)
In slow-motion komt MooieVrouw het oude stads parkje in gelopen.Het weer is lauw kwakkelig en leunt tegen de rand van de pesterige kou aan.
MooieVrouw heeft zich verstopt in een zwarte namaak bontkraag. Haar volle lippen zijn rood geverfd en heeft ze met een kwastje, zwarte kool boven haar grote blauwe donkere ogen geplant.
Op een mossig afgebladderd bankje midden in het park zit Hekel. Hij heeft z'n beentjes over de rand bungelen en schommelt daarmee heen en weer.
‘Hee, MooieVrouw!' roept hij, als hij haar in het vizier krijgt.
Ze lacht zuinig en ploft weldra naast Hekel neer.
Het wezentje kijkt naar haar gezicht en kucht een paar keer.
‘Hij haalt diep adem,raapt al zijn moed bijelkaar, springt behendig op haar schoot en vraagt:
‘Waarom staat er een enorme bezorgde rimpel op je voorhoofd, MooieVrouw?'
Ze kijkt omlaag, geeft een flauwe glimlach weg en knarst schor:
‘Sinds ik twee keer door een gestoorde volkskrantweblogger Dunya ben opgebeld en daar woest op heb gereageerd, slaap ik slecht. Dan wroet ik onvrijwillig door herinneringen van een koud verleden door de zwarte nacht en ligt er een enorme steen op mijn borst. Het lijkt net of ik dan iets verloren heb en het me uren gevangen houd.'
‘Oef ', antwoord Hekel, ‘Dat klinkt zwaar benauwd.'
‘Dat is het juiste woord! Het is zwaar benauwd!Als klap op de vuurpijl krijg ik ook nog een belachelijk lieg mailtje van een zure vrouw uit het Arnhemse kunstcirkwie/klasvijf/MvdV! Waarom? Omdat ik via www.isisnedloni.exto.nl een bedank briefje / kunstkaart aan haar man schreef. Pfffff.....'
Ze ademt diep.'Wat mankeert mensen toch?'
Hekel kijkt haar aan.
Hij ziet dat haar ademhaling erg hoog zit.
Het wezentje pakt haar hand en aait en klopt erop.
Plots knippert hij met zijn oogjes, springt een paar keer op en neer en roept met een opgetrokken wenkbrauw verlossend en kordaat: ‘Je hebt hyperventilatie, MooieVrouw. Ik zie het aan je adem.'
MooieVrouw fronst haar voorhoofd nog meer in een rimpel, slikt een paar keer, voelt aan haar adem, kucht herhaaldelijk, schraapt haar keel wederom en proest:
‘Zo..., je hebt nog gelijk ook!'
Ze ademt een paar keer diep in en uit, vermant zich en gaat rechtop zitten.
Hekel rapt verder: ‘Je zit nu ook in de moeilijkste periode. Laatste loodjes wegen immers het zwaarst.'
Hij knijpt in haar hand en roept:
‘Je houdt het vol! Je houdt het vol! Na zo'n lange tijd mag je het niet meer opgeven!'
MooieVrouw kijkt aandoenlijk naar het bezorgde wezentje en zwoelt:
‘Op mijn pc scherm staan een paar spreuken die me helpen mijn achterdocht in te dammen.'
‘Dat is slim!' interrumpeert Hekel.
Hij springt van haar schoot, dribbelt een paar keer zonder uit glijden op het afgebladderde groen aangeslagen verbleekte bankje heen en weer en vraagt bij stilstand nieuwsgierig:
‘Wat voor spreuken zijn dat dan?'
MooieVrouw bloost en antwoord met fonkelende ogen:
‘- Ani l'dodi v'dodi li - en - ik ben een soldaat zonder achterdocht '
Hekel springt omhoog en roept:
‘Thats the spirit! Thats the spirit!'
Ze lacht met een voorzichtige krul om haar mond , pakt het wezentje voorzichtig op en kust zijn voorhoofd.
Hij bloost.
Dan zet ze hem , met zijn gezichtje naar het parkje, op haar schoot en kijken ze naar de -op- springen- staande knoppen in de dichts bijzijnde struiken ,zuigen de frisse geur van de vochtige bomen in en spitsen tegelijk hun oren bij het ge- roekoe van een duif die vlakbij het bankje neerstrijkt.
De bamboe even verder op wuift en ritselt knisperend.
De ritsel fluistert dat het goed is.
Een tram glijdt knarsend langs het park.
Een verdwaalde straathond rent argeloos het park in.
De duif vliegt op.
Het geklapwiek van zijn vleugels echoot nog lang na in het oude grijnzende tevreden stads parkje...Lees meer >> | 1158 keer bekeken
-
OORLOGS PROZA
28 maart 2008Toen de oorlog voorbij was...
haar oorverdovend gebrul eindelijk was
gestild...
toen de oorlog voorbij was en haar stank in
ochtend mist gehuld...
toen de oorlog eindelijk voorbij was keek ik
heel schichtig om mij heen, kneep in mijn huid
om het goed te laten geloven...
Was het waar?
Was het waar?
en keek wederom goed om mij heen...
toen de oorlog goed en wel voorbij was keek
ik scherp en achterdochtig om mij heen...
om mij heen...
en begon te zingen...
ik begon te zingen...
eerst zacht...
en keek nog eens heel goed om mij heen...
toen harder...
en harder...
toen begon ik hard te zingen...
en zong uit volle borst...
en toen ik lang, lang uit mijn volle borst aan
het zingen was...
lang uit volle borst aan het zingen was...
begon er iets van binnen te trillen...
het trillen was spinnen...
het begon van binnen te spinnen...
eindelijk begon ik van binnen weer te
spinnen...
En
pas duizend bloesem geuren verder
pas duizend bloesem geuren verder
rook ik de geuren van mijn wonden weer...
die nimmer zongen
en weigerden te spinnen
tot op de dag van vandaag...
Toen de oorlog voorbij was
begon ze van binnen
zonder spinnen
zonder zingen...
(foto: '
gewond ijzer'
Lees meer >> | 1197 keer bekeken
-
HEKEL EN MIJN STALKER DUNYA
27 maart 2008HEKEL EN DUNYA
(Klick op de titel en je ziet het verhaaltje in een compacte vorm)
‘Nou , het is weer zover, jongens!' krijst MooieVrouw de buurtkroeg in zodra ze met zwoel geruis binnen komt vallen.
Het groepje opgewarmde mannen aan de punt van de bar keren hun hoofd in hetzelfde ritme richting de Mooie wat ontdane Vrouw.
Rondborstige BarVrouw kijkt op van het klotsende glazen spoelen en vraagt vriendelijk bezorgd:
‘Wat is er nu weer gebeurt?'
MooieVrouw laat zich tegen de bar aanleunen en vervolgt met een wat schorre stem:
‘Nou, je weet dat ik als schone volkskrantblogger achterna gezeten werd door ene Dunya?De groep dikbuikige mannen knikken.
'Die gek beweerde dat Taalbeest en ik haar ranzige foto's hadden opgestuurd; Dunya die altijd aan het intrigeren was en zelfs mijn expositie heeft bezocht in alle anonimiteit?'
‘Ja, die kennen we! ' roepen de mannen in koor.
‘Nou.., die geflipte stalker belde mij een week of wat geleden op!''Via mijn prive telefoon!'
Er zoomt een verontrustte verontwaardiging over de bar. Strakke gezichten kijken MooieVrouw nieuwsgierig aan. Ze vervolgt hakkelend:
‘Ik kreeg een totaal wild vreemde aan de lijn die me brutaal met leugens en modder bekogelde.'
‘Wauw, wat eng!' roept RondBorstige BarVrouw.
De mannen brommen en knikken eenstemmig mee.
‘Ja, eng, dat is het juiste woord. De engte glipte zo mijn atelier binnen en was ik dagen lang enorm van slag en in de war!'
Ze slikt, schraapt haar keel en zegt:.
‘Het was mijn dieptepunt van dit jaar. En de wanhoop die daarop volgde dreef me uiteindelijk weer naar boven. Nog dagen erna schrok ik als er portieren werden dichtgegooid. Ik gluurde dan achterdochtig naar buiten en bereidde mijn achterhoofd zich voor op een waanzinnige vrouw voor mijn deur. Via haar extreme opbel actie werd ik weer geconfronteerd met mijn verscheurde verleden.'
‘Oooohhhh, is Dunya een vrouw?' Perst één van de mannen uit zijn mond.
‘Ja, een oudere vrouw die zei dat ze Dunya van het volkskrantblog was en Marion heette. Ze had een doorrookt stemgeluid, vermoedelijk een alcoholiste, zo apatisch klonk haar vage ingetogen brokkelige stemgeluid. Ik herken dat soort types uit duizenden.'
MooieVrouw gritst een sigaret uit haar tas, steekt deze in een flitsend tempo aan en vervolgt:
‘Toen ik erachter kwam wie de belster was ben ik erg kwaad geworden en schreeuwde ik wanhopig dat ik niets met haar te maken wilde hebben! Trillend smeet ik de telefoon op de haak.En als klap op de vuurpijl werd een paar dagen later mijn undercoverblog MOOIEDINGENBLOG, abrupt gesloten.'(zie www.volkskrantblog.nl/blog/49778 )
RondBorstige Barvrouw heeft hoofdschuddend het verhaal gevolgt.
Ze pakt de handen van MooieVrouw en zegt:'Nou je mag wel in het guinnes book of records als de meest verbannen kunst weblog koningin allertijden.'
Er barst een bulderend gelach los.
Rondborstige Barvrouw knijpt in haar handen ,geeft vette warme knipogen weg en zwoelt:
‘Het is gelukkig weer goed afgelopen!'
‘Op het nippertje, op het nippertje,' zucht MooieVrouw diep.
Hekel is inmiddels uit zijn slaapkrul ontwaakt en rent zo snel als een wegvluchtende muis naar de bar.
Het wezentje klautert behendig naar boven en zit even later op de schouders van MooieVrouw.
Hij kroelt met zijn handjes in haar fris ruikende rode dikke haren bos en zegt vrolijk warm:
‘Ik ben blij dat je je zelf er weer hebt uitgeworsteld, lieve MooieVrouw!'
Dan begint één van de mannen te klappen.
Andere volgen.
Weldra klappen ze allemaal.
MooieVrouw bloost.
Het klappen maakt haar verlegen.En blij...
Ze is ook blij dat ze nog leeft...
(Op www.basicpublishing.nl zie chicklit vindt u een ruim assortiment van mn schrijfsels.)
Lees meer >> | 1279 keer bekeken